Het diabetische dieet is een gecontroleerd dieet van koolhydraten en vetten. De hoeveelheid koolhydraten is door de arts gespecifieerd op basis van het diabetestype, de behandeling, de dagelijkse calorie-inname en de tolerantie van de diabetespatiënt voor koolhydraten.
De voedingsdoelen moeten zorgen voor een evenwichtige en aangepaste voedingsinname, glykemische schommelingen voorkomen (hypoglykemie en hyperglykemie), cardiovasculaire risicofactoren controleren en de ontwikkeling van bepaalde complicaties vertragen (renaal, visueel, neurologisch).
Het dieet van een diabetespatiënt heeft tot doel de bloedsuikerspiegel te normaliseren en een normaal gewicht te bereiken/te handhaven.
Diabetespatiënten moeten dus een evenwichtig dieet volgen, op een regelmatig ritme van 3 maaltijden per dag. Om dit te doen, moeten ze :
Overgewicht en obesitas vormen cardiovasculaire risicofactoren voor diabetespatiënten. Het is daarom essentieel de patiënt te helpen zijn gewicht te beheersen : beroep doen op een diëtist is dus noodzakelijk. De calorische beperking kan overwogen worden in geval van overgewicht, vooral indien het in de buikstreek gelokaliseerd is, wat het geval is bij de grote meerderheid van de niet-insulineafhankelijke diabetici.
Gewichtsverlies is ook gerechtvaardigd indien de diabetes uit balans of gecompliceerd is. De gewichtsdoelen moeten realistisch, haalbaar en geïndividualiseerd zijn en moeten in samenwerking met de patiënt gedefinieerd worden. In sommige gevallen kan een matig gewichtsverlies (van ongeveer 5 tot 10% van het initiaal gewicht), de bloedsuikerspiegel, bloedlipiden en bloeddruk verbeteren. Dit gewichtsverlies moet geleidelijk en op lange termijn gebeuren (1 tot 2 kg per maand gedurende enkele maanden).
De optimale koolhydraatverdeling is 10 tot 20% van de totale inname tijdens het ontbijt en 40 tot 50% van de totale inname tijdens middag- en avondmaal. Deze verdeling kan echter verschillend zijn afhankelijk van de patiënt en het diabetestype. Het verbruik van voedingsmiddelen met een lage glykemische index staat desondanks een betere metabolische controle toe.*
De doses insuline zullen daarom aangepast moeten worden in functie van de dagelijkse ingenomen hoeveelheid koolhydraten en de fysieke activiteit van de patiënt.
* HAS. Guide parcours de soins. Diabète de type 2 de l’adulte. Mars 2014
Bij een evenwichtig dieet zouden lipiden verantwoordelijk moeten zijn voor 35 tot 40% van de calorie-inname. De aanbevolen lipide-aanbod voor een diabetespatiënt is van ongeveer 30 à 35% van de dagelijkse calorie-inname.
Voorkeur moet ook gegeven worden aan onverzadigde vetzuren (enkelvoudig onverzadigde of meervoudig onverzadigde zoals arachideolie, zonnebloemolie, koolzaadolie, maïsolie, druivenpitolie, walnootolie, sojaolie) want ze doen de HDL-cholesterol verlagen zonder de LDL-cholesterol te verlagen.
De inname van verzadigde vetten, voornamelijk van dierlijk oorsprong, mag niet meer dan 1/3 van het lipide-aanbod bedragen.
Bij volwassenen met diabetes is de aanbevolen eiwit-inname van 0,8 tot 1 g eiwit per kg ideaal gewicht en per dag, of liever gezegd ongeveer 15% van de totale energie-inname. In geval van nefropathie type nierinsufficiëntie, moet de eiwit-inname beperkt worden tot 0,8 g/kg/dag.
De voedingsadviezen moeten de nadruk leggen op het behoud van een voldoende eiwitinname en het belang van dagelijks 1 tot 2 porties vlees (wit of rood), 3 zuivelproducten en regelmatig peulvruchten en granen te verbruiken om een evenwicht te behouden tussen de eiwittoevoer van dierlijke en plantaardige oorsprong.
Lichaamsbeweging maakt deel uit van de behandeling van diabetes. Een regelmatige uitoefening van een fysieke activiteit (20 minuten per dag of 3 maal 1 uur per week) kan de insulineresistentie reduceren door de gevoeligheid van de weefsels, en in het bijzonder van de spieren, aan de werking van insuline te verbeteren.
Diabetespatiënten moeten ook leren hun voeding en behandeling aan te passen in functie van hun fysieke activiteit om het risico op een te lage bloedsuikerspiegel tegen te gaan.